Het Stellingwerfs is daarvan het grootst en meest bekend, maar verder wordt in oostelijk Kollumerland een vorm van Westerkwartiers gesproken die ook wel betiteld wordt als Kollumerlands, terwijl het dorp Kollumerpomp zijn eigen dialect heeft, het Pompsters. Daarnaast zijn er dan nog de Hollandse dialecten waarvan het inmiddels uitgestorven Vlielands als West-Fries geclassificeerd kan worden, terwijl het Midslands, Amelands, Bildts en Stads met elkaar de Hollands-Friese mengdialecten vormen.
In de Streektaalatlas (2014) van de provincie Friesland vind je de actuele stand van zaken over de beheersing en het gebruik van de streektalen in Friesland.
Alles over het Stellingwerfs kun je vinden op wikipedia. De Stellingwarver Schrieversronte is ‘et belangriekste instituut veur tael, literetuur, geschiedenis, volkskunde en identiteit van Stellingwarf’.
Meae informatie over het Bildts vind je op wikipedia. In interessante artikel over de vraag of het Bildts een zelfstandige taal is, kun je hier lezen. De stichting Bildts Aigene zet zich in ‘foor alles wat Bildts waar, is en blive mot’. Voor het corrigeren en laten vertalen van teksten in het Bildts kun je terecht bij BildtTaal.
Het Stadsfries wordt ook goed omschreven op wikipedia. Het Historisch Centrum Leeuwarden heeft veel links verzameld over het Liwadders. De vereniging Oud Harlingen heeft een boekje gemaakt over het Harlinges. Op wikipedia vind je ook veel informatie over het Hindeloopers, net als bij de stichting tot Behoud van Immaterieel Erfgoed Hindeloopen.
Een interessant artikel over onderzoek naar de dialecten op de Waddeneilanden vind je hier.
Contactvariëteiten
De Fryske Akademy heeft in opdracht van de Taalunie een onderzoek uitgevoerd naar de taalkundige positie en het functioneren van de zogenaamde contactvariëteiten Fries – Nederlands in Fryslân. Het rapport biedt onder andere een beschrijving van de contactvariëteiten in Friesland en een overzicht van de gebruikers, bestaande bronnen en basismaterialen en van partijen en organisaties die met contactvariëteiten bezig zijn. Daarnaast geeft het rapport een aanzet tot een eerste documentatie-, onderzoeks- en ontwikkelingsagenda.
De contactvariëteiten die in het rapport worden bestudeerd zijn: het Stadsfries (van Bolsward, Dokkum, Franeker, Harlingen, Heerenveen, Kollum, Leeuwarden, Sneek en Stavoren), het Bildts, het Amelands, het Midslands (Terschelling) en het Zuid-Lauwerslands.
Download het rapport hier: NTU 2019 – Fries-Nederlandse contactvariëteiten in Fryslan.